Familie D.B.H. Jordaan
Aan het eind van het pad stond tot in de jaren ’30 van de twintigste eeuw een zg. ‘lijkenhuisje’. In 1935 werd door de drie zonen van wijlen Derk Bernard Herman Jordaan (1854-1925) de achtergelegen strook grond van 10 bij …
Aan het eind van het pad stond tot in de jaren ’30 van de twintigste eeuw een zg. ‘lijkenhuisje’. In 1935 werd door de drie zonen van wijlen Derk Bernard Herman Jordaan (1854-1925) de achtergelegen strook grond van 10 bij …
De tiende rij van rechts werd bij de oprichting van de Particuliere Begraafplaats in 1830 gereserveerd voor Jan Hendrik Jordaan (1773-1834). In 1830 en 1846 werd de contributie (resp. fl. 7,- en fl. 3,38) betaald door diens zoon Jan Dinant …
De negende rij van rechts werd bij de oprichting van de Particuliere Begraafplaats in 1830 gereserveerd voor Johann Friedrich Wilhelm Schulten (1797-1857). Hij betaalde in 1830 en 1846 resp. fl. 7,- en fl. 3,38 contributie. In 1885 betaalde zijn weduwe …
De achtste rij van rechts werd bij de oprichting van de Particuliere Begraafplaats in 1830 gereserveerd voor Hendrik Wessels (1793-1877). Hij betaalde in 1830 en 1846 resp. fl. 7,- en fl. 3,38 contributie. Door vererving kwam de rij toe aan …
De zevende rij van rechts werd bij de oprichting van de Particuliere Begraafplaats in 1830 gereserveerd voor Egbert Roerink op Rengerink (1793-1874). In 1830 en 1846 werd resp. fl. 7,- en fl. 3,38 contributie betaald door zijn moeder, “de wed. …
De zesde rij van rechts werd bij de oprichting van de Particuliere Begraafplaats in 1830 gereserveerd voor Jan Scholten, alias Jan Scholte Vaarwerk (1766-1845). Hij betaalde in 1830 en 1846 resp. fl. 7,- en fl. 3,38 contributie. In 1872 was …
De vijfde rij van rechts werd bij de oprichting van de Particuliere Begraafplaats in 1830 gereserveerd voor Hendrik Reimerink (1785-1851). Hij betaalde in 1830 en 1846 resp. fl. 7,- en fl. 3,38 contributie. In 1874 betaalden de erven Reimerink voor …
De vierde rij van rechts werd bij de oprichting van de Particuliere Begraafplaats in 1830 gereserveerd voor Jacobus Armbrost (1770-1854) en Hendrik Adolf Immink (1778-1858). Zij betaalden in 1830 en 1846 gezamenlijk fl. 7,- en fl. 3,38 contributie. Door het …
De derde rij van rechts werd bij de oprichting van de Particuliere Begraafplaats in 1830 gereserveerd voor dominee Petrus Scheij (1763-1853). Hij betaalde in 1830 en 1846 resp. fl. 7,- en fl. 3,38 contributie. In 1885 had zijn schoonzoon Derk …
De tweede rij van rechts werd bij de oprichting van de Particuliere Begraafplaats in 1830 gereserveerd voor Derk Jordaan (1781-1876). Hij stelde zijn perceel ‘De Braak’ beschikbaar voor de Particuliere Begraafplaats. In 1830 betaalde hij fl. 7,- contributie. In 1884 …