Jordaan, Willem Hendrik (1828-1902)
textielfabrikant, oprichter van de Haaksbergse Harmonie en schenker van het volkspark Scholtenhagen

Willem Hendrik Jordaan werd geboren op 2 oktober 1828 in het inmiddels afgebroken huis ‘Het Witte Paard’, tegenover de Pancratiuskerk in Haaksbergen. Dit was het oude stamhuis van de familie Jordaan, dat in 1772 werd gekocht door Willem’s grootvader, Jan Jordaan. Hoewel het huis een van de deftigste huizen in het dorp was, zal het in huis een drukte zijn geweest, omdat Willem’s ouders Derk Jordaan (1781-1876) en Berendina Wessels (1794-1880) er samen met hun 12 kinderen woonden. Gelukkig kon de familie ook gebruik maken van het naastgelegen pand, dat sinds de achttiende eeuw ook eigendom was van de familie Jordaan. Het huis had een winkel waarin de dorpsgenoten terecht konden voor een breed scala aan producten, maar het meeste geld werd verdiend met de handel in textiel. Willem’s vader was met 50 thuiswevers in vaste dienst de grootste werkgever van het dorp.
Willem kreeg zijn eerste onderwijs aan de dorpsschool onder leiding van hoofdonderwijzer Derk Jan Kerkhoven, die meer dan 60 jaar schoolhoofd was in Haaksbergen! Omdat Haaksbergen geen Franse school, athenaeum of gymnasium had, gingen de Jordaans naar een kostschool elders in de omgeving. Voor Willem betekende dit een overplaatsing naar Goor, waar hij leerling werd aan een kostschool die onder leiding stond van Frans Beudeker uit Amsterdam. Na afronding van zijn middelbare schooltijd trad hij in dienst van zijn vader in Haaksbergen.
In de jaren ’50 van de negentiende eeuw stapten steeds meer Twentse textielbedrijven over op stoomkracht. De nieuwe technologie werd risicovol geacht en daardoor hadden de Enschedese fabrikanten hun krachten gebundeld en daarmee het risico gespreid. Willem’s oudste broer Jan Jordaan werd directeur van die eerste stoomfabriek van Enschede, de Enschedesche Katoenspinnerij. Hij stimuleerde zijn oude vader en jongere broers in Haaksbergen ook de overstap naar stoom te maken. In 1858 werd het eerste stoomketeltje geplaatst op de blekerij van de familie Jordaan aan de Schipbeek. Enkele jaren later, in 1861, bouwde de familie Jordaan een stoomweverij aan de Enschedesestraat. Op die manier werd de familie minder afhankelijk van thuiswevers, die ook door de concurrent Ten Hoopen werden gerecruteerd. De inmiddels 80-jarige vader Derk Jordaan besloot de textielfirma over te dragen aan drie van zijn zonen: Hendrik, Willem en Frits. Willem Jordaan werd een van de drijvende krachten van het bedrijf.
Voor de stoommachines was brandstof nodig. Hoewel door de familie Jordaan ook turf werd gewonnen, waren steenkolen het meest geschikt om de fabriek op gang te houden. Voor de kolen was de Twentse textielindustrie aangewezen op Duitsland. Doordat Twente in de beginjaren ’60 van de negentiende eeuw nog niet was aangesloten op het spoor, was het vervoer van die kolen kostbaar. In Enschede werd al vele jaren gelobbyd om een treinstation, maar dat zou pas in 1864 volgen. Haaksbergen moest nog veel langer wachten op een spoorwegaansluiting. Willem Jordaan was mede-oprichter en commissaris van de Geldersch-Overijsselsche Locaalspoorweg Maatschappij en kon zich in 1884 verheugen op de opening van het treinstation in Haaksbergen (lijn Enschede-Winterswijk). De spoorwegmaatschappij ontving een investering van 50.000 gulden van de gemeente Haaksbergen en de firma D. Jordaan & Zonen droeg 25.000 gulden bij.
Ook investeerde Willem in twee textielbedrijven net over de grens in Duitsland. In 1863 werd de voornoemde Enschedesche Katoenspinnerij geliquideerd. Die firma had spinnerijen in verschillende plaatsen, waaronder in Gronau. Die fabriek werd door Willem’s oudste broer Jan en een van diens zonen overgenomen. Met kapitaal van o.a. familieleden uit Haaksbergen ontstonden daaruit o.a. de firma’s J. Stroink & Co en Baumwollspinnerei Gronau. Willem Jordaan was jarenlang commissaris van die twee Duitse textielbedrijven.
Gedurende zijn leven profiteerde Willem van de bloeiende textielindustrie en groeide uit tot de rijkste inwoner van Haaksbergen. Zijn ambitie blijkt verder uit zijn lidmaatschap van de Twentsche Vereeniging tot bevordering van Nijverheid en Handel. Als bestuurslid stimuleerde hij de wetenschappelijke expeditie naar de Boven-Djambi en de Korintjivallei op Sumatra.

(coll. Archief Twentse Textielfamilies)
Ook hield Willem Jordaan zich bezig met de bevordering van de landbouw. Zijn broer Albertus (1822-1917), in familiekring beter bekend als ‘oom Bats’, was in de jaren ’40 van de negentiende eeuw textielfabrikant in Gronau. Hij was lid der firma Jordaan & Van Heek, maar Bats vestigde zich eind jaren ’40 als farmer in Amerika. Vanuit Amerika stuurde hij zaden naar Haaksbergen om daar op Willem’s boerderij op het Scholtenhagen uitgeprobeerd te worden. De passie voor landbouw deelde Willem ook met zijn jongere broer Frits Jordaan (1835-1907). Samen stonden zij aan de voet van de lokale afdeling van de Twentsche Landbouw-Maatschappij en de Coöperatieve Roomboterfabriek in Haaksbergen, waarvan Willem sinds de oprichting in 1894 vice-voorzitter werd. De voorzitter van de roomboterfabriek was Willem’s neefje Jan Herman Wisselink (1847-1904).
Willem en Jan Herman hadden een bijzonder hechte band. Nadat Jan Herman’s ouders waren overleden, werd Willem zijn voogd. Op 15-jarige leeftijd kwam Jan Herman bij zijn grootouders en oom Willem in Het Witte Paard wonen. In 1894 werd Jan Herman door Willem voorgedragen als nieuwe firmant bij fa. D. Jordaan & Zonen, waarna Willem zich op 66-jarige leeftijd terugtrok uit het familiebedrijf. Willem en Jan Herman waren twee handen op één buik en werkten ook nauw samen aan de bevordering van de liberale zaak.
Willem Jordaan en zijn broers hadden niet alleen oog voor de groei van hun bedrijf, maar ook voor het welzijn van hun werknemers. In een tijd waarin sociaal beleid nog niet vanzelfsprekend was, voerde de firma D. Jordaan & Zonen al een tamelijk vooruitstrevend beleid. Zo werden kinderen onder de twaalf jaar niet toegelaten tot de fabriek en zorgden de firmanten voor aanvullende scholing en een ziekenkas. Deze koers was in belangrijke mate te danken aan de sociaalbewuste Willem, die ook oog had voor de ontspanning van zijn werknemers.
In 1893 besloot Willem op zijn eigen kosten een harmonie-muziekkorps op te richten van ongeveer 20 man sterk, onder leiding van de Enschedese muzikant Roetering Schünlau. Dit werd door de Tubantia op 11 november 1893 beschreven als “Waarlijk een mooi geschenk aan ons dorp”.
In 1937 vierde J.G.H. ‘Gerhard’ Jordaan (1888-1951), een neefje van Willem Jordaan, zijn zilveren bruiloft. Als beschermheer van de Haaksbergse Harmonie werden Gerhard en zijn vrouw Diens Jordaan-Stroink op De Bleeck gehuldigd door het muziekkorps.
De volledige film van de huldiging is te zien op de website van het Instituut voor Beeld en Geluid.
(Filmrechten: Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid, Collectie Twentse Textielfamilies, archiefnummer 4522_01_006)
Willem woonde zijn hele leven in Het Witte Paard. In 1887 schakelde hij de Hengelose architect Jacobus Moll in om Het Witte Paard te verbouwen, evenals zijn net verworven buitengoed, Het Scholtenhagen. De boerderij op het Scholtenhagen werd voorzien van een herenkamer, waar Willem zich kon terugtrekken. Daarnaast liet hij daar een parkachtige tuin aanleggen met onder andere rododendrons en Amerikaanse eiken. Hoewel hij ongehuwd bleef, woonde hij sinds 1888 samen met de gezelschapsdame Dieuwke Brandenburgh, een dochter van een boekhandelaar uit Workum.

(De foto is afkomstig van Eric Ooink, Facebookpagina Oud-Haaksbergen 28 juli 2018)
In zijn laatste levensjaren verloor Willem Jordaan zijn sterke geest en werd de verzorging van hem te zwaar voor Dieuwke. Rond 1899 verliet zij Haaksbergen. Willem werd vervolgens opgenomen in het huis van zijn jongste broer Frits en diens gezin.i Tot aan zijn dood op 10 april 1902 werd hij in het zg. Notarishoes verpleegd. Dit is het huis Markt 7.
In 1891 maakte Willem Jordaan zijn testament op. Hij besloot dat zijn landgoed ’t Niekerke zou worden nagelaten aan de Nederlands-Hervormde Kerk, waar hij jarenlang kerkmeester was geweest. Echter, een jaar later zorgde een verhoging van de kerkelijke belastingen voor een hoogoplopend conflict waardoor hij zich uitschreef als lidmaat. Desalniettemin had hij zijn testament niet herzien, waardoor in 1902 ’t Niekerke alsnog aan de Nederlands-Hervormde Kerk toekwam. Hierdoor staat zijn naam tegenwoordig nog op een gedenksteen in de kerk.
In datzelfde testament bepaalde Willem dat zijn fraaie buitenplaats Scholtenhagen na zijn overlijden aan de inwoners van Haaksbergen zou worden overgedragen. Het volkspark Scholtenhagen wordt tot op de dag van vandaag gebruikt om te verpozen en te sporten. In 2002 werd Willem postuum geëerd met de erepenning van de gemeente Haaksbergen. Zijn achterneef Derk-Loed Jordaan nam de penning in ontvangst. Met een glimlach wees hij erop dat de parken van Van Heek in Enschede (Het Volkspark, G.J. Van Heekpark en het Van Lochemspark) samen slechts 55 hectare beslaan, terwijl Scholtenhagen wel liefst 63 hectare groot is.ii
Ter ere van Willem Jordaan is er een buste van hem geplaatst nabij de vijver van Scholtenhagen. Beeldhouwer Norman Burkett heeft deze gemaakt en in de handen van Willem is een spoel te zien, als verwijzing naar de textielindustrie. Ook is er naar hem een straat vernoemd, namelijk de W.H. Jordaansingel.
Willem Jordaan werd op 14 april 1902 begraven op de particuliere begraafplaats, in de tweede rij van rechts. De Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant stond uitgebreid stil bij de begrafenis van Willem…

(auteur: Derk Jordaan HJNzn, 2023)
iW.H. Nijhof, ‘Heeren en Helden van Haaksbergen’, 2010
iiW.H. Nijhof, ‘Heeren en Helden van Haaksbergen’, 2010
.
