Berghege, drs. Emilie Charlotte (1891-1919)
een biologisch doctoranda uit een intellectueel en geëmancipeerd nest
Emilie, de tweede dochter van geneesheer Evert Jan Gerrit Willem Berghege en Wilhelmina Helena Knappert, werd geboren op 22 augustus 1891 in Domburg. Het gezin telde zeven kinderen, maar helaas overleden drie van hen op jonge leeftijd. Uiteindelijk bleven er drie gezonde dochters en één zoon over. In 1893 verhuisde het gezin van Domburg naar Enschede.

De kinderen Berghege kregen van jongs af aan de waarde van een goede opleiding mee. Hun vader hechtte veel waarde aan een universitaire opleiding, iets wat blijkt uit zijn trouwbericht uit 1889. Als zoon van een dominee uit Haaksbergen noemde hij zich met trots ‘medisch doctorandus’ nadat hij zijn geneeskundeopleiding aan de Universiteit van Leiden had afgerond.i In die tijd was het namelijk niet vanzelfsprekend voor geneesheren om een universitaire opleiding te volgen. De Haaksbergse geneesheren Berghege, Lokker en Prins volgden bijvoorbeeld een praktische geneeskundige opleiding. Sinds 1865 moesten zowel universitair als praktisch geschoolde geneesheren echter hetzelfde staatsexamen afleggen en beiden mochten zichzelf daarna ‘arts’ noemen. Er bleef echter nog wel onderscheid bestaan tussen universitair (‘med. drs.’) en praktisch geschoolde artsen, vandaar dat drs. Evert J.G.W. Berghege graag zijn universitaire graad benadrukte.
Evert Berghege vond het belangrijk dat ook zijn dochters een goede opleiding zouden krijgen. Aan het begin van de twintigste eeuw was dit echter nog lang niet gebruikelijk. Gelukkig stond in Enschede de hoog aangeschreven Nederlandsche School voor Nijverheid en Handel (NsvNH), een van de eerste middelbare scholen van het land. De school trok leerlingen aan vanuit heel Nederland. Ook de jonge Jordaans, Ten Hoopens en Prinsen uit Haaksbergen kozen voor een schooltijd aan de NSvNH. Aangezien er destijds nog beperkte vervoersmogelijkheden waren, betekende dit voor kinderen uit Haaksbergen dat ze moesten verhuizen naar Enschede en bij familieleden, onderwijzers en notabelen in de kost gingen.
Anna Elizabeth Berghege (1890-1969)
Anna Elizabeth Berghege (1890-1969), de oudste dochter van het echtpaar Berghege-Knappert, volgde de vijfjarige H.B.S.-opleiding aan de NSvNH, die bestond uit een hogere burgerschool, een handelsafdeling en een nijverheidsafdeling.ii Na haar opleiding werd ze onderwijzeres en behaalde ze onderwijsakten in nuttige handwerken, Engels en machinetypen..iii iv v vi In de jaren ’20 gaf ze les in Engelse handelscorrespondentie te Enschede en in 1926 besloot ze naar Nederlands-Indië te vertrekken.vii viii Over haar tijd in Indië is weinig bekend. Wel is zeker dat ze voor de oorlog terugkeerde naar Enschede.
Drs. Emilie Charlotte Berghege (1891-1919)

Voor wetenschappelijk onderwijs was de NSvNH geen geschikte vooropleiding. Emilie Charlotte Berghege (1891-1919), de jongere zus van Anna Elizabeth Berghege, had de ambitie om een universitaire studie te volgen en werd daarom leerling aan het gymnasium in Deventer. Ze woonde in Deventer bij haar pasgetrouwde oom Herman Berghege (die vooral bekend werd als dichter in het Twentse dialect) en later bij haar ongehuwde tante Anna Elisabeth Berghege.ix Na het afronden van het gymnasium schreef Emilie zich in als student in de wis- en natuurkunde aan de universiteit van Leiden en slaagde in 1914 voor haar kandidaatsexamen wis- en natuurkunde en het daaropvolgende jaar voor het kandidaatsexamen plant- en dierkunde (biologie). Vervolgens werd ze assistente voor de botanie (plantkunde) aan de oude rijksuniversiteit.x Na het behalen van haar doctoraalexamen in plant- en dierkunde in 1918 werd ze onderwijzeres in de ‘natuurlijke historie’ en natuurkunde aan de H.B.S. en het gymnasium te Sneek.xi Een jaar later stierf ze plotseling op 27-jarige leeftijd in Sneek.xii Ze werd begraven op de particuliere begraafplaats in Haaksbergen. Emilie werd in de eerste rij links begraven, omdat de vierde rij van links waar haar familieleden lagen, inmiddels vol was. De meeste grafzerken van de familie Berghege zijn in de loop der jaren verdwenen, alleen de grafzerken van Emilie en haar oudoom, geneesheer Hendrik Berghege (1842-1871), hebben de tand des tijds doorstaan.
mr. Johanna Berghege (1899-1995)
In 1911 werd er in Hengelo een gymnasium opgericht, en een van de eerste leerlingen was Johanna Berghege (1899-1995), de jongste zuster van Anna en Emilie.xiii Na haar middelbare school studeerde ze rechten in Groningen en behaalde daar in 1927 haar doctoraalexamen. Na haar studie vertrok ze naar Makassar op Zuid-Celebes, waar ze tussen 1930 en 1934 werkte als griffier en commies-redactrice bij de Raad van Justitie.xiv In 1934 keerde ze om “gewichtige redenen” terug naar Enschede.xv Na de oorlog verhuisde mr. Johanna Berghege naar Amsterdam en werd hoofd van de “boodschappendienst” van de P.T.T. In die tijd was het nog lastig om iemand telefonisch te bereiken, omdat er nog geen mobiele telefoons waren. Met de boodschappendienst konden abonnees laten weten dat ze tijdelijk onder een ander nummer te bereiken waren of konden de telefonistes boodschappen doorgeven en noteren wie er had gebeld.xvi
Gymnasium in Enschede
Het jaar 1920 betekende een keerpunt voor de Enschedese jeugd die een gymnasiumopleiding wilde volgen. Dat jaar werd namelijk het Gemeentelijk Lyceum opgericht, waarin de HBS-opleiding van de NSvNH en het gymnasium werden samengevoegd. Het lyceum onderscheidde zich van andere onderwijsinstellingen door de uitgestelde richtingskeuze, dankzij een gemeenschappelijke onderbouw van twee jaren. Een van degenen die zich hiervoor hard maakte, was dr. J.H. ‘Herman’ Geselschap, een arts uit Enschede. Hij was de zoon van Antje Geselschap-Jordaan uit Haaksbergen en de vader van de toekomstige Haaksbergse arts dr. J.H. Geselschap Jr.
In 1919 schreef dr. Geselschap een verzoekschrift aan de gemeenteraad van Enschede om een lyceum of gymnasium te stichten in Enschede. Hij nodigde vervolgens prof. Casimir, rector van het lyceum in Den Haag, uit om in de trouwzaal van het gemeentehuis van Enschede te spreken over de grondgedachte en inrichting van een lyceum. Dit illustreert het belang dat dr. Geselschap hechtte aan het onderwijs voor jongeren in zijn stad. Met de oprichting van het Gemeentelijk Lyceum werd dit belangrijke doel eindelijk bereikt.
“Spreker wist niet of het een symbolische gedachte was, de bijeenkomst in de trouwzaal te doen plaats vinden, omdat het te behandelen onderwerp ‘het lyceum’ als ’t ware een huwelijk is tusschen H.B.S. en Gymnasium. (…) Naast de H.B.S. staat het gymnasium en steeds doet zich de moeilijkheid voor, naar welke school de ouders hun kind zullen sturen. Op de H.B.S. geschiedt de ontwikkeling in meer natuurwetenschappelijken zin, en minder in humanistische richting en de mogelijkheid bestaat, dat later blijkt, dat de H.B.S.-opvoeding niet de juiste geweest is, omgekeerd kan ook op het gymnasium blijken, dat het kind meer aanleg heeft voor practijk, minder voor studie. Dit leidde tot de gedachte, een inrichting van onderwijs in het leven te roepen die een combinatie van H.B.S. en Gymnasium mogelijk zou maken, een school, die de beroepskeuze tusschen H.B.S. en Gym. zou uitstellen. Zoo kwam het eerste lyceum in 1909 tot stand, dat een gemeenschappelijken onderbouw van 2 jaar, waarna de splitsing plaats vond, en de leerling na 2 jaar hetzij 3 klassen H.B.S., hetzij 4 klassen gymnasium kon volgen. Spr[eker] wees er op, de lyceumkwestie vooral niet te gering te achten, daar de keuze van opvoedingsinstituut van belang is voor het levensgeluk van het kind. Juist door het hem meest geëigende onderwijs kan het kind, eenmaal mensch geworden daar geplaatst worden, waar hij krachtens aanleg en roeping hoort; het aantal mislukkingen zal er z.i. minder door worden.“xvii

Crematorium Velsen-Westerveld
Op de particuliere begraafplaats in Haaksbergen rust uit het gezin alleen drs. Emilie Charlotte Berghege (1891-1919). Haar vader, drs. Evert J.G.W. Berghege (1860-1939), en zus Anna Elisabeth Berghege (1890-1969) kozen namelijk voor een crematie in Velsen-Westerveld. Dit crematorium werd in 1914 als eerste van Nederland geopend, maar voor de oorlogsjaren was cremeren nog ongebruikelijk. Slechts 1% van de overledenen werd toen gecremeerd.xviii Het duurde tot 1955 voordat crematie in Nederland wettelijk werd toegestaan.
Op het terrein van het crematorium staat een monument ter ere van Eduard Douwes Dekker (1820-1887), beter bekend als ‘Multatuli’. Hij was de eerste Nederlander die in de moderne tijd werd gecremeerd, zij het in Duitsland. Het cremeren van overledenen was in vroege tijden gebruikelijk in Nederland, maar werd later door de christenen afgeschaft. Tegenwoordig kiezen steeds meer mensen voor crematie, wat resulteert in een percentage van twee op de drie overledenen in Nederland die worden gecremeerd.xix De as kan worden uitgestrooid of worden bijgezet in urnenkelders of graven. Dit laatste is ook mogelijk op de particuliere begraafplaats in Haaksbergen.
Over dokter J-H Gessèlschap Junior bestaat nog een gekscherende anekdote. Hij was huisarts in Haaksbergen en woonde naast de gemeentelijke begraafplaats aan de Enschedese straat. Wanneer hij op die begraafplaats uitkeek vanuit zijn huis, zou hij met een knipoog hebben gezegd: “Hier, ligt het meeste van mijn werk!”
(auteur: Derk Jordaan HJNzn, 2023)
iRotterdamsch Nieuwsblad, 6 juli 1889
iiDe Courant, 13 mei 1910
iiiAlgemeen Handelsblad, 16 februari 1912
ivDe Nieuwe Courant, 12 augustus 1914
vDe Maasbode, 29 juli 1921
viTubantia, 10 maart 1922
viiTubantia, 4 mei 1922
viiiRotterdamsch Nieuwsblad, 26 augustus 1926
ixBevolkingsregister Deventer, 35-156
xNederlandsche Staatscourant, 30 december 1916
xiLeeuwarder Courant, 19 augustus 1918
xiiLeeuwarder Courant, 14 februari 1919
xiiiVerzameling van verslagen en rapporten behoorende bij de Nederlandsche Staatscourant, 1921
xivBataviaasch Nieuwsblad, 17 juni 1930
xvDe Indische Courant, 22 mei 1934
xviAlgemeen Handelsblad, 13 augustus 1960
xviiTubantia, 10 maart 1920
xviiihttps://lvc-online.nl/cremeren-in-nl/aantallen/, 2023
xixhttps://lvc-online.nl/cremeren-in-nl/aantallen/, 2023
