Martens, Gerharda Arendina (1860-1943)
zangeres, liefhebbende moeder en gulle geefster
Op 4 december 1860 werden Jan Gerhard Hendrik Martens (1830-1872) en Willemina Geertruy Manschot (1840-1912) verblijd met de geboorte van hun eerste kind: Gerharda Arendina Martens. Ze werd vernoemd naar haar grootmoeder Gerharda Arendina Martens-ten Raa (1795-1861) uit Haaksbergen. Haar grootmoeder was een halfzuster van J.W. ‘Naatje’ Jordaan-Smits (1817-1878), Hendrik Jan Smits (1813-1899) en Jan Willem Smits (1820-1898, echtgenoot van Wesselina Jordaan).1 Ook door het huwelijk van Gerharda’s tante Antje Martens met Frits Jordaan waren er warme banden met Haaksbergen. Gerharda groeide op in Eibergen, waar haar vader een winkel en koopmanszaak had. In 1935 herinnerde haar broer Adam zich nog steeds de bezoekjes van familieleden uit zijn prille jeugd:
“Ik zie de diligence van [Van Gend & Loos] met Bats of Oonk, de latere koetsier van Oom J[ordaan] en de betrekkelijk weinige passagiers, die men aankeek als nu de apen in een kooi. Ja, wat een verandering in een korten tijd! Wel is het vervoer in enorme mate toegenomen. Zoo schreef een neef van ons dat hij had de trein in Zaltbommel zien komen en nu helaas weer zien gaan. Het station is daar opgeheven en wanneer ze daar uit willen is de autobus de redster in den nood; zoo kan alles verkeeren. Wie weet worden de vliegtuigen ook nog eens zo volmaakt dat men daar even rustig zijn hagje aan toevertrouwen kan als nu aan de auto.”

(coll. Archief Twentse Textielfamilies)
Na het overlijden van hun vader in 1872 verhuisde Gerharda met haar moeder, twee broers en zuster naar Aalten, alwaar zij leerling werd aan de Franse school. Daarnaast studeerde zij ijverig muziek en zang en werd zij lid van de muziekvereniging Symphonia. Gerharda had een mooie stem en zong graag op school, thuis en met vriendinnen. Ook schreef ze zelf muziek. Later trad ze ook met groot succes op in uitvoeringen, zoals de duetten ‘Frau Inspectorin-Frau Direktorin’ en ‘Die Zwei Gevatterinnen’. Haar leven veranderde op 26-jarige leeftijd, toen ze op 7 september 1887 in het huwelijk trad met Derk B.H. Jordaan uit Haaksbergen. Ze stond voortaan niet meer op de planken, maar gelukkig waren er nog wel ‘ deliedjes aan de piano’, zo herinnerde een van haar kleinkinderen.i
Een jaar voor het huwelijk had haar echtgenoot Derk Jordaan de bekende Enschedese architect Beltman ingeschakeld om voor het jonge echtpaar een villa te ontwerpen. Die nieuwe woning, thans bekend als Villa Jordaan, werd direct naast de particuliere begraafplaats gebouwd, Spoorstraat 32. Voorheen was dit nog een stuk roggeland van Derks vader. De landelijke ligging veranderde echter al snel vanwege de gunstige ligging ten opzichte van het treinstation. Toen de fabriek van de firma D. Jordaan & Zonen in 1898 werd verplaatst naar een terrein achter de particuliere begraafplaats, kwam de villa helemaal ingebouwd te liggen. Voortaan liepen er van maandag tot en met zaterdag colonnes werknemers langs het huis, via de Portierssteeg, naar de fabriek. In dit huis werden vier kinderen geboren, drie zonen (Gerhard, Jan en Hennie) en één dochter (Jo). Na het overlijden van haar echtgenoot in 1925 bewoonde Gerharda Jordaan-Martens de villa alleen, met enkele inwonende dienstmeisjes. Aan dat rustige bestaan kwam op haar oude dag rigoreus een einde. In 1941 werd de Villa Jordaan gevorderd door de Duitsers. De 81-jarige Gerharda Jordaan-Martens hield zich daarbij bijzonder kranig. Gelukkig kon zij vervolgens terecht bij haar oudste zoon Gerhard Jordaan op De Bleeck. Daar stierf ze op 6 maart 1943 op 82-jarige leeftijd. Ze werd naast haar man begraven op de particuliere begraafplaats in de negende rij van links.


De Jordaans waren sinds de achttiende eeuw oranjegezind. Ook Gerharda Jordaan-Martens droeg de koninklijke familie een warm hart toe. Dit blijkt onder meer uit haar betrokkenheid bij het Twentse comité voor Huldeblijk aan H.M. de Koningin in 1909. Koningin Wilhelmina was op dat moment zwanger van prinses Juliana en daarom wilden verschillende Twentse dames haar verblijden met een kleine zilveren waskom. Ook de Haaksbergse gemeenschap kon rekenen op haar steun. Gerharda was jarenlang bestuurslid van de Vereniging Ziekenzorg. Haar echtgenoot ondersteunde haar liefdadigheidswerk door in 1916 de wijkverpleegster te helpen aan een welingerichte woning. In 1925 bood Gerharda een centrale verwarming aan de Nederlands-Hervormde Kerk aan ter nagedachtenis aan haar overleden echtgenoot. Ook schonk zij dat jaar een begraaftoestel, expliciet ’ten behoeve van alle gezindten dezer gemeente’. In 1940 werd de hal van het nieuwe gemeentehuis door haar opgeleukt met een door wapenschilden versierde smeedijzeren kroon.
Na haar overlijden in 1943 schonken haar kinderen ter hare ere een verlicht uurwerk voor op de gemeentetoren. Dit is de kerktoren aan de Pancratiuskerk, dat vanwege de verdedigingsfunctie sinds jaar en dag eigendom is van de gemeente Haaksbergen.

(coll. Archief Twentse Textielfamilies)
(auteur: Derk Jordaan HJNzn, 2023)
1Johanna ter Horst (1766-1808), de moeder van Gerharda Arendina Martens-ten Raa, hertrouwde in 1799 met Jan Smits (1777-1849). Later hertrouwde hij met Geesken ten Brugge, waaruit vier kinderen werden geboren: Johanna Stefania, Hendrik Jan, Janna Willemina en Jan Willem Smits).
iArchief Twentse Textielfamilies, familiearchief Jordaan, inv.nr. 661
