Roerink, Jan (1759-1820)

landbouwer op Rengerink en gemeenteraadslid van Haaksbergen

Een van de oude boerenerven van Buurse was het goed Rengerink (in de volksmond ook wel ‘Reink’ genoemd). Het werd al voor 1406 genoemd als eigendom van de heren van Ahaus. Sinds de zeventiende eeuw was de boerderij eigendom van de bewoners. Eind achttiende eeuw was dat de familie Roerink.

Voor de particuliere begraafplaats is de familie van Jan Roerink interessant. Hij runde de boerderij Rengerink aan de Reinksweg, maar werd in 1818 ook aangesteld als gemeenteraadslid van Haaksbergen. Dit had hij te danken aan zijn goede band met procureur Jan Hendrik Jordaan. De procureur had invloedrijke vrienden in Zwolle, waaronder gouverneur Bentinck en statenlid Van der Sluys uit Haaksbergen. Op 20 maart 1818 schreef Van der Sluys aan Jordaan:

“Ik kan UWE (…) stellig verzeekeren dat den ouden Waanders schout van Haaksbergen geworden is en thans verzoeke mij maar zes leeden op te geven uit het schoutambt Haaksbergen, die u dunkt het geschiktste zijn tot gemeenteraaden of assessoren. U kan verzeekerd zijn dat ik wel zal zorgen dat dezelve benoemd worden. Neem twee Romschen en de anderen Gereformeerd. (…) Weest u in allen opzichten maar gerust, ik zal wel zorgen dat diegeenen worden aangesteld die u mij opgeeft, maar u moet wel in het oog houden dat het leeden moeten zijn van UWE vroegste en gegoedste ingezetenen, woonachtig in het schoutambt niet minder dan een jaar en zes weeken, staande ten goeder naam en faam”ⁱ

Op het lijstje dat Jan Hendrik Jordaan doorstuurde, stonden – naast zijn eigen naam – namen als Jan Smits J.W.zn, Gerrit Teutelink op Schoolkate, Arnoldus Brevink, Jan Hartgerink en Jan Roerink op Rengerink. Dit toont de warme band tussen de families Jordaan, Smits, Hartgerink en Roerink; allen gerechtigde families van de particuliere begraafplaats. Ook het katholieke gemeenteraadslid Gerrit Teutelink op Schoolkate schreef zich aanvankelijk in voor de particuliere begraafplaats in 1830, maar trok zich op het laatste moment terug. Jan Roerink stierf reeds in 1820, waardoor zijn zoon Egbert Roerink (1793-1874) voorkomt op de lijst van oprichters van de particuliere begraafplaats. De contributies werden echter in 1830 en 1846 voldaan door diens moeder, de ‘weduwe Reink’. Het is opmerkelijk dat Egbert Roerink in 1874 werd begraven op de oude Nederlands-Hervormde begraafplaats in Buurse, waar hij een gedenkteken deelde met zijn jongste zus Catharina Lefers-Roerink (1810-1885), de oudst bewaard gebleven grafsteen in Buurse.ⁱ De steenhouwer schijnt echter een van de twee data verkeerd begrepen te hebben, want volgens haar overlijdensakte overleed Catharina Lefers-Roerink op 29 januari in plaats van 28 januari 1885. Dergelijke foutjes komen wel vaker voor op grafzerken.

De oudste grafsteen van de familie Roerink op de particuliere begraafplaats is die van Egbert’s neef Jan Roerink (1827-1910). Hij was tot 1889 landbouwer op het erve Rengerink. Aan het begin van de twintigste eeuw bleken tenminste zeven van de twaalf graven in gebruik te zijn. Dit wijst erop dat de meest gedenktekens in de loop der jaren zijn verdwenen.

De oude boerderij Rengerink is inmiddels afgebroken, maar gelukkig zijn er nog foto’s van de boerderij en de barokke deur uit 1770 bewaard gebleven. Via de deftige toegangspoort verkreeg men toegang tot de ends- of bovenkamer.

(auteur: Derk Jordaan HJNzn, 2023, foto: Eric Ooink, 2022)

iArchief Twentse Textielfamilies, familiearchief Jordaan, inv.nr. 631

iiEric Ooink, Begraafplaatsen in de gemeente Haaksbergen, afl. 9, Oude N.H. Begraafplaats of ’n Oald’n Karkhof Buurse, op: facebook Oud-Haaksbergen, november 2022