De familie Hartgerink en het erve Molenveld
Derk Jordaan HJNzn en Eric Ooink, 2025
Op de particuliere begraafplaats in Haaksbergen bevindt zich een rij graven van de familie Hartgerink. Hoewel deze familie niet tot de oprichters van de begraafplaats behoorde, werd haar omstreeks 1870 gebruiksrecht toegekend. In die tijd werden er geen katholieken meer begraven, waardoor deze rijen vrijkwamen.
Johannes Hermannus Hartgerink (1818–1905) nam de rij over van de katholieke winkelier Derk Hermanus Schartman, vermoedelijk op voordracht van zijn zwager Jan Hendrik Scholte Vaarwerk (1795–1871), een van de mede-oprichters van de begraafplaats. Beide families behoorden tot de gegoede boerenstand van Haaksbergen en waren nauw met elkaar verbonden door meerdere huwelijken.
In dit verhaal duiken we dieper in de geschiedenis van de familie Hartgerink en hun hofstede: het erve Molenveld in de buurschap Honesch, Hasseltweg dat generatieslang in de familie is gebleven.
De mulders Hartgerink
De familie Hartgerink vestigde zich in de jaren ’30 van de achttiende eeuw in Haaksbergen, afkomstig zijnde uit de omgeving van Lochem.i Jan Hartgers, zoals hij in de volksmond werd genoemd, werd in die jaren aangesteld tot pachter van de Oostendorper watermolen bij Haaksbergen.ii Hij volgde in die hoedanigheid Jan Lankheet op, die zich met zijn vrouw had gevestigd op het erve Molenveld in Honesch. Jan Willem Hartgerink (1739-1812), zoon van voornoemde Jan, verloor zijn vader op jonge leeftijd. Zijn moeder Geesken Wessels hertrouwde met een zekere Berend Gebbink, die voortaan de honneurs waarnam op de watermolen. De verhouding met zijn stiefvader zal gespannen zijn geweest, aangezien Jan Willem als twintigjarige verhuisde naar Holten, waar zijn zuster met een molenaar was getrouwd.iii

Afbeelding: Coll. Eric Ooink, 2025)
Na enkele jaren bood zich een nieuwe kans aan: Jan Willem werd pachter van de fraaie Mallumse watermolen, gelegen tussen Eibergen en Haaksbergen. De eigenaar, de adellijke heer Von Mulert, had daar recent een dwarshuis laten bouwen aan het muldershuis. Het was een lucratieve betrekking, vooral doordat boeren uit de regio verplicht waren hun graan op deze molen te laten malen.iv Jan Willem kon daardoor voortaan denken aan een huwelijk en vond zijn levenspartner vlak bij zijn geboortegrond. In 1770 trouwde hij met Harmina Lankheet (1734–1817), dochter van voornoemde Jan Lankheet van het erve Molenveld.
Wat Jan Willem en Harmina toen nog niet konden bevroeden, is dat zij hun laatste levensjaren op datzelfde erf zouden slijten.
Erve Molenveld – een aanzienlijk boerenerf in Honesch
Het erve Molenveld werd al in 1602 vermeld en kreeg zijn naam vermoedelijk vanwege de nabijheid van de Oostendorper watermolen.v In 1732 werd de boerderij volledig vernieuwd door Jan Lankheet en Geesken Olthoff, de ouders van Harmina. Boven het keukenraam prijkt nog altijd een gevelsteen met hun initialen en de datum: “24-8-1732 JLH-GOH”. Na hun overlijden werd de boerderij voortgezet door hun zoon Gerrit, die het in 1789 verkocht aan zijn zwager, de molenaar Jan Willem Hartgerink.vi
Pas rond 1807 trok de familie Hartgerink daadwerkelijk in op ’t Möllenveld, zoals het lokaal werd genoemd.vii Het was een van de mooiste hofsteden van de omgeving. Volgens een beschrijving uit het tijdschrift Eigen Haard uit 1915:

(‘Gids voor Twente’, 1917)
“’t Ziet er welvarend uit en deftig ouderwetsch. Een lommerrijke eikenlaan loopt er langs en hoog geboompte omringt als een trouwe lijfwacht het erf. Op het plein tusschen den voormuur en de hooge hoekkamer staat een put van Bentheimer steen met het jaartal 1734. (…) Onder de opkamer zijn twee duistere, zwaargewelfde kelders. Daar lagen in vroeger tijd, toen deze hofstede nog een bierbrouwerij had, de vaten vol brouwsel in koele rust. ’t Was hier in verleden dagen een herberg. Gindsche tinnen bierpullen herinneren nog aan dien tijd. De geweren er boven zijn van jonger datum. Ze zeggen ons, dat de Twentsche boer even graag een wildbraadje lust als de adellijke jonker.”viii
Het was Jan Hartgerink (1772–1855), zoon van Jan Willem en Harmina, die sinds zijn huwelijk in 1807 met Harmina Bouwmeesters (1774–1853) de scepter zwaaide op het Molenveld. Op het erf stonden naast de deftige boerenwoning ook een schoppe, bakhuis en schaapskot.ix Het was een flinke bedrijvigheid op het erf, met een inwonende boerenknecht, een dienstmeid en een schaapsherder.x
Jan richtte zich vooral op de akkerbouw, terwijl de inwonende schaapsherder de kudde liet grazen op de gemeenschappelijke markegronden in en rondom het Haaksbergerveen. Niet zonder reden tekende hij later bezwaar aan tegen de wijze van verkaveling en verkoop van deze gronden in de jaren 1840.xi Als vermogend landbouwer én gemeenteraadslid genoot hij aanzien in Haaksbergen. Na zijn overlijden in 1855 werd het boerenbedrijf voortgezet door zijn toen nog ongehuwde zonen Gerrit Hendrik (1810–1867) en Johannes Hermannus Hartgerink (1818–1905). Gerrit Hendrik beheerde de akkers, Johannes Hermannus zorgde voor de kudde schapen.xii
De tweede generatie Hartgerink op ’t Möllenveld
In 1860 kwam er een nieuwe vrouw op het erf: Grada Hendrika Morgenstern (1826–1887). Uit haar huwelijk met Gerrit Hendrik Hartgerink werd één dochter geboren: Johanna Hermina (1861–1956), beter bekend als Mientje. Zij verloor haar vader al op zesjarige leeftijd. Haar moeder hertrouwde in 1869 met haar zwager Johannes Hermannus Hartgerink, met wie zij nog een zoon kreeg: Hendrik Jan Hartgerink (1870–1956).
Johannes Hermannus zag in de loop van zijn leven de meeste schaapskuddes in Honesch verdwijnen, en daarmee ook het maatschappelijk draagvlak voor het aanhouden van de resterende collectieve markegronden.xiii In 1899 was hij als bestuurslid betrokken bij de verdeling van de laatste gemeenschappelijke heidevelden. Hij toonde zich een man met oog voor de moderne tijd: in 1880 investeerde hij 250 gulden in de aanleg van een spoorlijn naar Haaksbergen.xiv In beide projecten werkte hij samen met de fabrikantenfamilie Jordaan, die eveneens op de particuliere begraafplaats begraven ligt.
Hoewel de grafzerk van Johannes Hermannus en zijn echtgenote ontbreekt, mogen we aannemen dat zij in respectievelijk 1905 en 1887 op de particuliere begraafplaats zijn begraven. Zeker is dat de begrafeniskosten van Johannes Hermannus indertijd 65 gulden bedroegen.xv

(Coll. A. Horck, 2016)

De derde generatie Hartgerink op ’t Möllenveld
Hendrik Jan Hartgerink (1870–1956) volgde zijn vader op als landbouwer op ’t Möllenveld. Hij stichtte er met zijn vrouw Johanna Odink (1879–1939) een gezin. Toch was hij niet de eigenaar van het erf. Dat behoorde toe aan zijn oudere halfzuster Mientje, die in 1900 trouwde met Herman Scholte Vaarwerk, een rijke boerenzoon uit Buurse. Het echtpaar woonde aanvankelijk op een boerderij in Eibergen, maar keerde in 1916 terug naar het voorouderlijk erf Möllenveld.xvi Hendrik Jan, inmiddels 46 jaar oud, nam toen zijn intrek op het erve De Kasperie, dat sinds het overlijden van zijn vader aan hem toebehoorde, maar lange tijd verpacht was geweest.
Mientje Scholte Vaarwerk-Hartgerink bleef tot haar overlijden, eind 1956, op het Möllenveld wonen. Ze werd 95 jaar oud en liet geen kinderen na. Haar neven en nichten Hartgerink brachten haar naar haar laatste rustplaats op de particuliere begraafplaats, waar ze werd bijgezet tussen haar inmiddels overleden halfbroer, schoonzuster en echtgenoot.xvii Aan de kant van het pad, onder het gras, rusten vermoedelijk ook haar ouders en stiefvader.
De vierde en vijfde generatie Hartgerink op ’t Möllenveldxviii
Na het kinderloos overlijden van Mientje en Herman Scholte Vaarwerk ging het erf over op hun neef Johannes Hermannus Hartgerink (1903–1992), de oudste zoon van Hendrik Jan en Johanna. Jan, zoals hij werd genoemd, trouwde met Trui Nijhof en samen kregen zij één dochter. Door haar huwelijk kwam het oude familiegoed in handen van de familie Boksem, wier nazaten het Möllenveld tot op heden bewonen. Zo kunnen de huidige bewoners terugkijken op maar liefst driehonderd jaar familiegeschiedenis op ’t Möllenveld!
Opmerkelijk is dat Jan en Trui Hartgerink-Nijhof er niet voor kozen om bijgezet te worden op de particuliere begraafplaats. Het was destijds namelijk gebruikelijk dat bewoners van het stamgoed daar hun laatste rustplaats vonden, maar met die traditie werd gebroken.
Dat neemt niet weg dat alle afstammelingen van Johannes Hermannus Hartgerink (1818–1905) gerechtigd blijven om gebruik te maken van deze bijzondere begraafplaats in het centrum van Haaksbergen.
iEmail Eric Ooink aan Derk Jordaan, 8 juni 2025
iiDoopboek der Nederduits-Gereformeerde gemeente Haaksbergen
iiiLidmatenregister der Nederduits-Gereformeerde gemeente Haaksbergen
ivhttps://www.hetmuldershuis.nl/mallumse-molen/, 2025
vHistorie van Haaksbergen, deel II, p. 143
viHistorie van Haaksbergen, deel II, p. 143
viiDoop- en trouwregistraties der Nederduits-Gereformeerde gemeente Haaksbergen
viiiEigen Haard, 9 januari 1915
ixBevolkingsregister Haaksbergen, ca. 1845
xBevolkingsregisters Haaksbergen, 19e eeuw
xiHistorie van Haaksbergen, deel II, p. 119/120
xiiBevolkingsregister Haaksbergen, 1860-1869
xiiiTubantia, 18 april 1900
xivTubantia, 22 december 1880
xvMemorie van Successie, Johannes Hermannus
xviBevolkingsregister Haaksbergen, 1900-1920
xviiTubantia, 24 december 1956
xviiiEmail Eric Ooink aan Derk Jordaan, 8 juni 2025
